De wettelijke huwelijksgoederengemeenschap wordt ingrijpend beperkt

22 augustus 2017

Na 1 januari 2018 trouwt men voortaan in een beperkte gemeenschap van goederen als geen huwelijksvoorwaarden zijn gemaakt.

Op 28 maart nam de Eerste Kamer het ”wetsvoorstel tot beperking van de wettelijke gemeenschap van goederen” aan. Dit wetsvoorstel treedt op 1 januari 2018 in werking. Het huwelijksvermogensrecht wijzigt ingrijpend.

Historie

Sinds jaar en dag is in Nederland, bij het aangaan van een huwelijk, de algehele gemeenschap van goederen uitgangspunt. Nederland is hierin wereldwijd gezien uniek. Alleen Zuid-Afrika en Suriname kennen een vergelijkbaar stelsel.

Bij de gemeenschap van goederen worden op het moment van de huwelijkssluiting zowel de bezittingen als de schulden gemeenschappelijk. Ook bezittingen en schulden die al vóór het huwelijk aan een van de echtgenoten toebehoorden. Zo vloeien de studieschuld van de een en de ontvangen erfenis van de ander samen in de huwelijksgemeenschap. Afwijken van dit wettelijk stelsel is mogelijk door huwelijksvoorwaarden overeen te komen.

Wat verandert er?

Voor huwelijken gesloten vóór 1 januari 2018 is de (algehele) gemeenschap van goederen nog het uitgangspunt. Een huwelijk gesloten vanaf 1 januari 2018 valt automatisch onder het nieuw regime.

De beperkte gemeenschap van goederen heeft tot gevolg dat de bezittingen en schulden van vóór het huwelijk, de erfenissen en de schenkingen buiten de gemeenschap blijven. Ook bezittingen die met voorhuwelijks privévermogen zijn gefinancierd, vallen niet in de huwelijksgemeenschap.

Aldus ontstaan er drie verschillende vermogens naast elkaar. Allereerst de voorhuwelijkse privévermogens van beide echtgenoten en daarnaast het vermogen dat tijdens het huwelijk is verkregen (met uitzondering van erfenissen en schenkingen). Nu maar hopen dat echtgenoten een goede administratie voeren om aan het – onvermijdelijk – einde van het huwelijk te weten wat van wie is…